

Kijken we naar het torenuurwerk dat waarschijnlijk stamt uit het eind van de 15e eeuw, uit 1480 of later, waarmee het tot één van de oudste nog werkende torenuurwerken ter wereld behoort, dan komen we nog vroeger in de geschiedenis uit! Dat wordt bevestigd door de torenklok die de het Latijnse inschrift draagt: "ihesus maria iohannes gherardus de wou me fecit anno domini MCCCCLXXX" hetgeen vertaald betekent": "Jezus Maria Johannes Gerardus de Wou heeft mij gemaakt in het jaar des Heren 1480".
Geert van Wou
Maria Johannes Gerardus de Wou (Nijmegen, ca. 1450 - Kampen, 1527) wordt beschouwd als de belangrijkste luidklokkengieter die Europa gekend heeft.
Geert van Wou was de zoon van een klokkengieter. Hij werd in 1474 als poorter van 's-Hertogenbosch ingeschreven. In 1477 ging hij een samenwerkingsverband aan met de Bossche gieter Gobel Moer, met wie hij een grote klok voor de Sint-Eusebiuskerk in Arnhem goot. Het lijkt erop dat Geert van Wou daarna zelfstandig is gaan werken. Zo goot hij in 1479 een kleine voorslag voor de Domtoren van Utrecht. Een jaar later vestigde hij zich in Kampen.
Gloriosa in de Dom van Erfurtvan Geert van Wou
Geert van Wou dankt zijn reputatie vooral aan zijn zware geluien, die hij veelal goot voor steden in Duitsland, zoals Hamburg, Osnabrück (verloren), Recklinghausen (drie klokken, 1500), Braunschweig (drie klokken, 1502) en Erfurt. Voor Erfurt maakte hij in1497 de beroemde E klok Gloriosa met een gewicht van ongeveer 11.400 kg. Die klok getuigt van zijn grote vaardigheid in het gieten maar ook van zijn aandacht voor zoiets als de versieringen en opschriften. Nadat deze klok in 1984 scheurde in de slagrand werd deze Koningin onder de luidklokken in 2004 gelast en luid weer als tevoren op hoogtijdagen. Het gelui van de Domtoren te Utrecht uit 1505 is zijn grootste prestatie; het bestaat uit maar liefst dertien klokken waarvan de zwaarste 8100 kg weegt (de zeven kleinste zijn in 1664 omgesmolten ten behoeve van een nieuwe beiaard en in 1982 gereconstrueerd). Desondanks moest hij na voltooiing van de opdracht scherpe kritiek van het Domkapittel ondergaan, wellicht omdat de klank door een gewijzigd profiel anders was dan die van eerdere klokken van Van Wou.
Na 1507 werd hij minder actief en goot zijn klokken vaak in samenwerking met Johannes Schonenborch. Dat geldt onder andere voor het zware gelui voor Lübeck uit 1507. De klokken uit de periode 1523 tot 1527, gesigneerd Geert van Wou, zijn waarschijnlijk van de hand van zijn gelijknamige zoon of neef.
In totaal zijn er ongeveer 140 klokken van Geert van Wou bewaard gebleven.